zondag 21 december 2008
Jaiva Dharma
1) Hoe komt het, dat sommige jīva’s naar de materiële wereld gaan en anderen naar de spirituele wereld?
2) Kṛṣṇa is karuṇamaya (vol genade), maar waarom heeft Hij de jīva zo zwak gemaakt, dat hij in māyā verstrikt raakte?
3) Waarom moeten de jīva’s lijden omwille van Bhagavāns spel en vermaak?
4) Aangezien Kṛṣṇa almachtig is, vraag ik me af, of Hij geen minder beroerd pad had kunnen bedenken?
5) Zou het geen goed idee zijn geweest, als de jīva geen onafhankelijk verlangen was gegeven? Kṛṣṇa is alwetend en Hij gaf deze onafhankelijkheid aan de jīva’s zelfs al wist Hij, dat ze erdoor gingen lijden, dus is Hij toch verantwoordelijk voor het lijden van de jīva’s?
6) Is māyā-śakti de oorzaak van onze ellende? Hadden de jīva’s ook op deze manier moeten lijden, als de almachtige en alwetende Śrī Kṛṣṇa māyā bij hen uit de buurt had gehouden?
De antwoorden op deze vragen staan in Jaiva Dharma van Bhaktivinoda Thakur. Vraagt u zich ook af waar we vandaan komen en wat we hier eigenlijk doen? Lees dan hoofdstuk 16 van Jaiva Dharma.
zaterdag 22 november 2008
Ik mis Gurudeva
Onze toewijding aan Srila Gurudeva wordt in tijden van gescheidenheid getest. Voor degenen die naar de Math bleven komen, inspiratie bleven houden, ondanks dat vele toegewijden naar India waren gegaan, was dit een zeer vruchtbare periode.
Natuurlijk zijn degenen die sowieso al niet naar de Math kwamen vóór Karik ook geslaagd voor de test als ze onveranderlijk zijn gebleven in hun beoefening van toegewijde dienst. We zakken voor de test als we alleen geïnspireerd zijn in de fysieke omgang met Srila Gurudeva en de toegewijden en hopeloos worden als er geen toegewijden om ons heen zijn. Deze tijd van gescheidenheid is geen periode om te slapen of te wachten tot er weer toegewijden om ons heen zijn.
Juist in déze periode wordt onze gehechtheid en vertrouwen in de instructies van Sri Guru getest. De tijd waarin we niet samen zijn met toegewijden is voor de meesten het grootste gedeelte van een jaar, maand, week of dag. We kunnen het ons dus niet veroorloven om alleen geïnspireerd te zijn op zondagsprogramma’s, tijdens Parikrama’s of het Europese Vaisnava Festival.
Als we ons wel in deze situatie bevinden is het van groot belang dat we met onze jappa-mala gaan zitten en chantent bidden tot Sri Guru voor gehechtheid aan zijn lotus voeten. Want daar komt de kracht uit, gehechtheid. Als er geen gehechtheid is, is onze devotie alleen theorie. We kunnen dan wel zeggen: “Ik mis Gurudeva” maar wat is de waarde van deze devotie als we niet doen wat hij ons instrueert?
donderdag 13 november 2008
The Secret
Wanneer we de Gita grondig lezen en daarbij vooral het commentaar van onze acarya’s bestuderen, zien we dat de Bhagavad-gita vijf niveaus van onderricht kent. Eerst zijn er algemene aanwijzingen voor iedereen. Dan krijgen we guhya, geheim, vervolgens guhyatara, nog geheimer, dan guhyatama, het geheimste en ten slotte sarva-guhyatamam, het allergeheimste. Dit onderricht wordt niet uitgebreid gegeven maar in de vorm van sutra’s, bondige verzen.
sarvopanisado gavo dogdha gopala nandanah
partho vatsah sudhir bhakto dugdham gitamrtam mahat
Bhagavad-gita-mahatmya 5
Alle Schriften – de Veda’s, Purana’s de Upanisads – zijn als een koe en Arjuna is het kalf. Eerst laat de koe haar kalf wat drinken en voelt zich daardoor voldaan. Dan kan Sri Krsna haar komen melken en die overgebleven melk houdt Hij apart. Voor wie is die overgebleven melk? Voor de sudhi, met hun zuivere intelligentie. Wie heeft er een zuivere intelligentie? De grote onderzoekers en de grote geleerden van deze wereld? Dat is niet wat het Bhagavatam zegt. Dat geeft ons het woord sumedhah. Wie is er sumedhah? Iemand die bhagavad-bhajana (toewijding aan God) doet, die rasika is, expert in het genieten van rasa (nectar). Iemand voor wie is komen vast te staan dat opgaan in bhagavad-bhajana de essentie van het leven is, bezit zuivere intelligentie en alle anderen zijn dwaas.
Wanneer de koe haar kalf een beetje heeft laten drinken, bewaart Krsna de rest van de melk in een kruik voor de sudhi, de zuivere intelligenten, die Hem dierbaar zijn. Tot aan dit punt staat de melk voor het onderricht van de Gita, maar er is nog meer: op de melk ligt de essentie, de room. Karn die room, dan krijg je hele zachte mooie boter. Tegelijk met de boter komt er enige verontreiniging. Zet de boter op het vuur en wat houden we ten slotte over? Ghi. Van ghi kunnen we niets anders meer maken. Dat is de essentie.
Vyasa gaf Sukadeva de room en zei tegen hem: ‘Karnen, mijn jongen.’ Sukadeva nam een karnstok en karnde langzaam tot de room in boter veranderde. Die boter deelde hij uit in de vorm van de eerste negen canto’s van het Bhagavatam, maar sommige mensen zeiden: ‘ We hoeven geen boter, wij willen alleen de essentie van de boter.’ Aan hen gaf hij toen de rest van het Bhagavatam en daarom is de rest van het Bhagavatam zo veel grootser.
Wat hij in het Bhagavatam schonk lijkt nergens in de Veda’s en de Upanisads te vinden, maar in feite is het er wel. Zoals de ghi overal door de melk zit, zit die essentie in de Gita, de Upanisads, de Veda’s, de Purana’s en het Ramayana. Maar die melk nemen en dan boter maken en ten slotte ghi is niet zo eenvoudig.
In het Srimad Bhagavatam vormen de vijf hoofdstukken die de rasa-lila beschrijven, de Gopi-gita, de Bhramara-gita (waarin Radha in de waanzin van Haar gescheidenheid van Krsna met een hommel praat) en de Uddhava-sandesa (waarin Uddhava door Krsna met een boodschap voor de gopi’s naar Vrndavana wordt gestuurd) de mooie ghi die er gemaakt wordt. En aan wie heeft Hij haar in deze wereld gegeven? Hij gaf haar niet aan ongeschikte mensen, maar enkel en alleen aan geschikte.
Bron: De Nectar van Govinda’s lila
Auteur: Srila Bhaktivedanta Narayana Maharaja
Vertaling: Sripad Hayesvara Dasa
Aan ons de taak om ook geschikt te worden en niet in de groep van dwazen te vallen. Dit begint door dieper en dieper in onze geschriften te duiken en de geheimen te ontdekken, wat door zelfstudie onmogelijk is. De enige manier om de geheimen te ontdekken is door naar iemand te gaan die de geheimen kent. Die persoon maakt ons geschikt. Niets en niemand anders...
zaterdag 1 november 2008
De verdwijningsdag van Srila A.C. Bhaktivedanta Swami Prabhupada
...Srila Swami Maharaja werd erg ziek. Onze Sukananda Prabhu gaf hem naturopathic massages met Gangajala. Dit hielp hem, voordat hij voor het laatst naar Engeland terugging. Sukananda Prabhu kwam elke ochtend en avond naar Vrindavana voor twee uren, veertien dagen lang om hem te masseren. Soms gingen we op bezoek en spraken toen met Swamiji.
Vlak voor Kartika maand in begin oktober, wanneer onze jaarlijkse Vraja Mandal Parikrama bijna van start ging, liet Srila Swami Maharaja mij roepen. Hij verzocht zijn senior sannyasis en vele anderen, "Ik wil Narayana Maharaja ontmoeten." Ze kwamen met de auto en verzochten me, "Srila Prabhupada wilt u ontmoeten, zo kom alstublieft nu." We gaven net avond lezing aan onze parikrama groep, maar ik ging onmiddellijk.
Toen ik in zijn kamer arriveerde in de Krishna-Balarama Mandira, was hij helemaal stil. Sommige jongens waren Hare Krishna maha-mantra aan het zingen en sommige sannyasis en andere discipelen waren stil. Na enige tijd opende hij zijn ogen en verwees met zijn ogen naar mij om dichterbij te komen. Hij vroeg aan mij om op zijn bed te zitten. Hij probeerde rechtop te gaan zitten, maar ik zette mijn handen op hem en zei, "Alstublieft ga liggen en ik zal daar gaan zitten." Vervolgens liet hij me weten om nog dichter bij zijn bed te komen en zei, "Ik wil met jou praten." Hij wilde dat ik dichtbij zijn oor ging zitten en zei tegen een paar discipelen, "Breng een stoel" en ik zat toen hierop dicht bij zijn oor.
Eerst begon hij te huilen. Zijn hart was gesmolten. Vanuit het diepste van zijn hart zei hij, "Narayana Maharaja, kan je me verontschuldigen? Ik voel dat er wat aan de hand is. Ter wille van het prediken, heb ik tegen mijn discipelen bepaalde dingen gezegd, die ik misschien niet had mogen zeggen. Ook heb ik heel overtuigend over mijn Godsbroeders gesproken in een brief, die later aan iedereen geopenbaard werd. Ik zei dat wij prediken en anderen niet, dat ze kanistha-adhikaris zijn en niet willen prediken maar luieren. Ik heb ook gezegd dat al de Gaudiya Vaisnavas me niet helpen en dat ze alleen mahaprasadam nemen en slapen." Swamiji had eens een brief naar me geschreven waarin hij zei, "Ik ben over de hele wereld aan het prediken, maar ze doen dit niet en ze zijn ook niet met mij aan het samenwerken."
Op dit moment waren velen van zijn sannyasi discipelen aan het kijken. Zijn woorden en gemoed liet vele dingen bij me doorschemeren over hoe hij zijn jonge studenten wilde aanmoedigen, dat hij hun aldus instrueerde niet met zijn Godsbroeders en de andere Gaudiya Vaisnavas te mengen. Om deze nieuwkomers te beschermen zodat ze niet verstoord of verward zouden raken, zei hij soms tegen hen om nergens meer een bezoek te brengen, omdat zijn Godsbroeders bepaalde fouten gemaakt hadden.
Swamiji sprak verder, "Srila Bhaktisiddhanta Sarasvati Prabhupada heeft ons allemaal de opdracht gegeven om in Europa en Amerika te prediken. Dat was zijn sterke verlangen. Zijn andere verlangen was dat we allemaal samen moeten werken om te prediken. Ik verspilde geen enkel moment. Ik deed mijn best, en in zekere mate was dit succesvol." Zijn stem weerhield hem met emotie. "Als we gezamenlijk kunnen werken, zoals Sri Caitanya Mahaprabhu verklaard, dan zal deze sankirtana beweging grote kansen maken." Hierna zei hij, "Ik wil dat je me helpt om zorg te dragen over mijn discipelen. Ik wil dat ze goede en gekwalificeerde toegewijden worden. Wil je alsjeblieft voor hen zorgdragen als ze naar je toe komen."
Na dit zei Swamiji tegen mij, "Ik bid tot jou dat je mij in mijn samadhi zet met je eigen handen. Ik wil niet met de handen van iemand anders in samadhi gezet worden. Ik denk dat jij de juiste persoon bent. Organiseer na mijn samadhi de viering van mijn mahotsava scheiding festival. Je moet wat geld geven aan al de zeven tempels in Vrindavana en aan al de Gaudiya Matha's. Het hangt van jou af, 201 rps, 1001 rps, naar gelang van je willekeur, wat jij op je hart hebt."
In zijn laatste dagen verzocht Swamiji al de toegewijden, "Neem me mee naar Govardhana. Ik wil daar nu meteen gaan. Ik wil niet met de auto gaan. Ik wil met een ossenkar gaan, net als Nanda Baba, Yasodamaiya, net als de Vraja-vasis, net als de gopis." Hij wenste voor deze gelegenheid; Ik kende dit feit. Maar hij kon niet gaan. In werkelijkheid is hij daar gegaan met zijn ziel en transcendentale lichaam. Hij is altijd daar te midden van Sri Rupa, Sanatana, Raghunatha, door tad-anuragi jananugami. Dit was aldus zijn laatste wens.
Toen we op 14 november in zijn laatste uren arriveerden, sprak hij niet. Ik voelde op dat moment toen ik zijn gezicht zag, dat hij zich volledig het spel en vermaak van Krishna in Vrindavana herinnerde. Ik denk dat dit de grote genade was die vanuit Krishna kwam, omdat hij zijn hele leven Radha-Krishna diende. Deze speciale persoon was in Krishna absorptie verzonken. Hij was op deze manier in extase, zijn ogen waren dicht en hij vertoonde bepaalde symptomen. Het was een heel emotionele (karuna) vertoning. Hij had geen pijn, geen afleiding. Op dat moment was zijn mond heel mooi als een bloeiende roos, net een lotus. Dit zijn de tekens van een grote persoonlijkheid. Er zijn tekens, bepaalde tekens op dat moment die je laten zien dat iemand Krishna herinnerd, en Swami Maharaja was al deze tekens aan het vertonen. Hij was heel mooi, heel hoog verheven.
Onze brahmacari's waren zachtjes enkele bhajana's aan het zingen. Op dat moment zag ik dat hij volledig tevreden was, en ik was als volgt ook volledig tevreden. Ik wist zeker dat hij heel snel zou gaan, maar er was geen teken wanneer hij zou gaan; hij kon nu of binnen korte tijd gaan; Hiervoor had hij met me gesproken toen hij in zijn externe bewustzijn was, maar hij had me niet verzocht om te blijven. Ik had geen haast, maar ik dacht dat hij vlak na mijn vertrek naar Mathura in nitya-lila zou binnengaan. We gingen weg om naar Mathura terug te keren en vervolgens werden we geïnformeerd dat hij twee uren later na ons vertrek vertrokken was.
Kort hierna gingen we terug naar de Krishna-Balarama Mandir en zorgden voor alle voorbereidingen voor zijn mahotsava. Volgens zijn wens namen we hem in processie mee, voor de deities in Vrndavana. Er waren zoveel discipelen en andere personen die in die processie gingen chanten. Al de Vraja-vasis kwamen op straat om hem te eren. Na dit maakte ik zijn lichaam gereed. Ik schreef de speciale mantras op zijn borst en voorhoofd met tilaka. Ik gebruikte zout voor zijn lichaam. Nadat ik de juiste Vaisnava procedures gevolgd had, zette ik vervolgens zijn transcendentale lichaam in de samadhi met mijn eigen handen.
----Srila Bhaktivedanta Narayana Maharaja
Bron: My Gurudev
donderdag 30 oktober 2008
Govardhan Puja - 29 oktober
varistha-hari-dasata-pada-samrddha-govardhana
madhudvaha-vadhu-camatkrti-nivasa rasa-sthala
agudha-gahana-sriyo madhurima vrajanojjvala
vrajasya sahajena me saranam astu vrndatavi
"In Vrndavana-dhama wordt Sri Giriraja Govardhana, aan wie de gopi's de unieke titel van hoogste dienaar van Hari hebben verleend, op glorieze wijze geopenbaard. Daar bevindt zich de plek van de rasa-dans, die de gopi's en ook koninginnen van Dvaraka zoals Sri Rukmini en Satyabhama diep verbijstert. Omringd door wouden geurend van bloemen, lover en bloesem, straalt Sri Vrndavana een lichtende gloed die flonkert van zoetheid. Moge dat Sri Vrndavana mijn enige toevlucht worden."
Vers 8 van Stava-mala (Sri Vrndavanastakam) van Sri Rupa Gosvami.
Vertaald door Sripad Hayesvara dasa in Sri Manah Siksa
dinsdag 28 oktober 2008
De geschiedenis van de Math
Sri Sri Guru Gaurangau Jayatah
Alle eer aan Sri Guru (Gurudeva, Prabhupada, Guru-parampara, Vaisnava’s, Nityananda Prabhu en Balaram) en Sri Gauranga – Sri Caitanya Mahaprabhu, Radha en Krishna
Sri Sri Radha Govinda Gaudiya Math
[Srila Bhaktisiddhanta Sarasvati Prabhupada]
Deze tempel, of ruimte van aanbidding, is gewijd aan Sri Sri Radha Govinda, de gedaantes van Radha en Krishna die op het altaar staan. Gaudiya Math is de naam van het instituut opgericht door Srila Bhaktisiddhanta Sarasvati Prabhupada. Toen hij in 1937 deze wereld verliet ontstond er onenigheid in de Gaudiya Math, zijn instructies werden niet meer gevolgd door de leidinggevenden. Velen verlieten dan ook de Math. (Dit lijkt een slechte ontwikkeling te zijn, maar door verder te lezen wordt het duidelijk hoe dit eigenlijk de missie van Caitanya Mahaprabhu nog breder en groter heeft doen uitspreiden.)
[Srila Bhakti Prajnana Kesava Gosvami Maharaja]
Het was Srila Bhakti Prajnana Kesava Gosvami Maharaja, die in deze donkere tijd waarin alles dreigde verloren te gaan, samen met een aantal Godsbroeders de Sri Gaudiya Vedanta Samiti oprichtte in 1940. Srila Abhaya Caranaravinda Prabhu (die later bekend werd als Srila Prabhupada) staat geregistreerd als co-founder, mede-oprichter. Hij is ook de sannyas-discipel en intieme vriend van Srila Bhakti Prajnana Kesava Gosvami Maharaja. (Dit blijkt uit de lezing die Srila Prabhupada gaf toen Srila Bhakti Prajnana Kesava Gosvami deze wereld verliet.)
Hierna ontstond er een duidelijke splitsing in de Gaudiya Math. De groep die Srila Bhaktisiddanta Sarasvati Prabhupada’s instructies hadden verdraaid bleven aan het hoofd van de Gaudiya Math. De velen anderen die weg zijn gegaan volgden in de voetsporen van Srila Bhakti Prajnana Kesava Gosvami Maharaja en begonnen hun eigen instituten, zoals de Sri Caitanya Gaudiya Math, Gopinath Gaudiya Math, Caitanya Sarasvata Gaudiya Math etc. Al deze Math’s hebben tegenwoordig tempels en volgelingen over de hele wereld.
[Srila A.C. Bhaktivedanta Svami Prabhupada]
Het was echter alleen Srila Bhaktivedanta Svami Prabhupada die als eerste en enige ongekend succes bereikte buiten India. Hij richtte de International Society for Krishna Consciousness (ISKCON) op in
Srila Bhaktivedanta Narayana Maharaja ontmoette Srila Prabhupada in 1950 en begon hem te dienen als siksa-guru (instruerende-guru) zoals opgedragen door zijn diksa-guru (initiërende-guru), Srila Bhakti Prajnana Kesava Gosvami Maharaja. Hiermee is Srila Narayana Maharaja de eerste discipel van Srila Prabhupada. Srila Prabhupada en Srila Narayana Maharaja verbleven vaak samen in Mathura waardoor er een hechte band ontstond. Het was Srila Narayana Maharaja die Srila Prabhupada zijn eerste sannyas kleding en danda (staf) gaf en de vuurceremonie verrichte.
Hierna kwam Srila Narayana Maharaja hem regelmatig bezoeken in de Radha Damodara Tempel in Vrindavan. Ze hadden diepgaande gesprekken over de leer van Srila Rupa Gosvami en Srila Prabhupada liet Srila Narayana Maharaja zien wat hij aan het schrijven was. In de
Toen Srila Prabhupada naar het westen kwam heeft Srila Narayana Maharaja hem vele boeken toegestuurd die nog steeds te vinden zijn in de tempels in Amerika. De eerste mrdanga’s, karatala’s en deities van Radha en Krishna werden ook door hem verstuurd. Srila Prabhupada heeft meer dan vier tot vijfhonderd brieven verstuurd naar Srila Narayana Maharaja tijdens zijn verblijf in het westen. Voordat hij in 1977 deze wereld verliet had hij Srila Narayana Maharaja verzocht om zijn samadhi-ceremonie (ceremonie na zijn heengaan) met zijn eigen handen te doen en om voor zijn discipelen te zorgen.
[Srila Narayana Maharaja]
Velen begonnen toevlucht te nemen bij Srila Narayana Maharaja waardoor andere discipelen van Srila Prabhupada, die ook Guru zijn, hun eigen volgelingen dachten te verliezen. Deze Guru’s kwamen met het officiële besluit in 1996 dat het verboden is voor de volgelingen van Srila Prabhupada om naar Srila Narayana Maharaja te luisteren. Om toch het laatste verzoek van Srila Prabhupada te vervullen begon Srila Narayana Maharaja over de hele wereld te reizen en de discipelen en volgelingen van Srila Prabhupada die hun inspiratie hadden verloren, weer terug te brengen naar de lotusvoeten van hun Guru, Srila Prabhupada.
Door het verbod en dus ook disrespect voor Srila Narayana Maharaja konden degenen die nu onder zijn begeleiding zijn niet meer terecht in de vele tempels van Srila Prabhupada. Hierdoor begonnen zij hun eigen tempels op te richten. Dit is één van de redenen dat er een Sri Sri Radha Govinda Gaudiya Math is in Rotterdam, Nederland.
De missie van Caitanya Mahaprabhu
Deze splitsing die in 1996 plaats heeft gevonden heeft net als de splitsing van de Gaudiya Math in 1940 ervoor doen zorgen dat de missie van Caitanya Mahaprabhu nog breder en groter wordt uitgespreid. We kunnen uren stilstaan en pagina’s volschrijven met wat er allemaal verkeerd is gegaan, maar als we kijken naar het gigantische voordeel, smelt het allemaal weg als sneeuw voor de zon.
Eén punt dat wel gemaakt moet worden is dat degenen die in dit alles Vaisnava-aparadh, overtredingen tegenover Vaisnava’s, hebben begaan, daar ook de resultaten van zullen krijgen. Zolang we geen Vaisnava-aparadh begaan maakt het verder niet uit bij welke zuivere bron van Krishna bewustzijn we ons aansluiten.
vancha-kalpatarubhyas ca
krpa-sindhubhya eva ca
patitanam pavanebhyo
vaisnavebhyo namo namah
Ik breng pranama aan de Vaisnava’s, die als wensbomen ieders wensen kunnen vervullen, oceanen van genade, vol mededogen jegens de gebonden zielen.
vrijdag 24 oktober 2008
Het beste vers van Bhagavad-gita
In de Gita treffen we het volgende vers aan (18.65):
man-mana bhava mad-bhakto mad-yaji mam namaskuru
mam evaisyasi satyam te pratijane priyo 'si me
'Laat je geest en hart in Mij opgaan, word Mij toegewijd, vereer Me, breng Me je pranama en zeker zal je tot Me komen. Dat beloof Ik je omdat je Me zeer dierbaar bent.'
Dat is het beste van alle verzen van Bhagavad-gita. We moeten niet denken dat het daaropvolgende vers het beste is (18.66): Klik hier voor meer...
Zuiver
Hoe we lijden moeten ondergaan
Onvolmaakt
de opening van de Mayapur Candrodaya Mandir)
"Vergissen is menselijk. Omdat we onvolmaakt zijn, is het onvermijdelijk dat we ons vergissen. Maar het is wel zo dat niemand onvolmaakt wil blijven. Er is in ieder levend wezen iets dat naar het volmaakte haakt. Als dat niet zo zou zijn, zouden we geen enkele behoefte voelen. Ons streven naar volmaaktheid is weliswaar erg zwak en beperkt, want anders zouden we ons doel meteen bereiken. Onze beperkte mogelijkheden en ons streven naar volmaaktheid scheppen ruimte voor de gids of de Guru. Klik hier voor meer...
donderdag 2 oktober 2008
maandag 8 september 2008
donderdag 4 september 2008
Foto raportage Sripad Rasananda Prabhu in Nederland
Sri Sri Radha Govinda Gaudiya Math
BHAKTI Sankirtan Bhavan
Tijdens de lezing in BHAKTI Sankirtan Bhavan legde Prabhu ji uit hoe we als één familie samen moeten komen. We behoren altijd in Sadhu-sanga te zijn, in omgang met zuivere toegewijden. Dit is helaas niet altijd mogelijk. Om dan alleen thuis te chanten is niet de juiste oplossing. Het is altijd beter om samen te komen met andere toegewijden en kirtan te doen. Hier zit zoveel meer kracht en inspiratie in dan als we alleen thuis bhajan doen.
Van de 10 aparadha's (overtredingen) tegen de heilige namen is Vaisnava aparadha de eerste. Waarom niet Guru aparadha? Een discipel heeft respect voor Sri Guru en kent zijn positie. Daarom zal hij/zij niet zo snel een overtreding begaan. Maar niet iedereen weet wie Vaisnava is en hierdoor kunnen er problemen ontstaan. Als we de Vaisnava's ook als Guru gaan zien kan deze aparadha vermeden worden. Prabhuji gaf een voorbeeld.
De discipelen van Srila Narayana Maharaja zien Srila Narayana Maharaja als hun Guru en Srila Bhakti Ballabha Tirtha Maharaja als een Vaisnava. Net andersom zien de discipelen van Srila Tirtha Maharaja, Srila Narayana Maharaja als Vaisnava en Srila Tirtha Maharaja als Guru. Zodra we gaan inzien dat Vaisnava's ook Guru zijn en dat alle Guru’s uit dezelfde bron komen, (Akhanda Gutu-tattva Sri Nityananda Prabhu) kunnen we er onszelf beter op attenderen om voorzichtig te zijn met Vaisnava aparadha.
De toegewijden van de Sri Ram Mandir waren sterk onder de indruk van Prabhu ji's lezing en kirtans. Volgend jaar willen ze hem uitnodigen voor een 7-daagse Bhagavatam lezing, Bhagavat Saptah.
Ananga Mohini Mata & Sasikala didi's huis
Welkom
“Het komt in de verste verte niet in me op mijn guru van de uwe of van wie dan ook te onderscheiden. Er bestaat slechts één Guru, die in een oneindige verscheidenheid aan gedaanten verschijnt, om u, mij en alle andere mensen te onderrichten ." [volledige tekst kan hier gelezen worden.] (Srila Prabhupada, 1936)
‘Vaisnava Nieuws’ vervult Srila Prabhupada’s niet-sektarische gemoedsgesteldheid. Er zal weinig aandacht geschonken worden aan “hot topics” of “controversiële” discussies door discipelen en volgelingen. De grootste aandacht gaat specifiek naar de woorden van de Gaudiya Vaisnava Acarya’s en hun bovenzinnelijke realisaties over de missie van Sri Caitanya Mahaprabhu.