"Vergissen is menselijk. Omdat we onvolmaakt zijn, is het onvermijdelijk dat we ons vergissen. Maar het is wel zo dat niemand onvolmaakt wil blijven. Er is in ieder levend wezen iets dat naar het volmaakte haakt. Als dat niet zo zou zijn, zouden we geen enkele behoefte voelen. Ons streven naar volmaaktheid is weliswaar erg zwak en beperkt, want anders zouden we ons doel meteen bereiken. Onze beperkte mogelijkheden en ons streven naar volmaaktheid scheppen ruimte voor de gids of de Guru.
Omdat het onvolmaakte onvolmaakt is, heeft het hulp van buiten nodig. De volmaaktheid zou niet volmaakt zijn, als Hij Zichzelf niet zou kunnen doen gelden of anderen helpen en dat natuurlijk uit Zichzelf. Dus behoort de leiding, nodig om tot volmaaktheid te komen, uiteraard de Allerhoogste toe, en het medium waardoor deze leiding zich openbaart is Sri Guru – de goddelijk gids.
Het is voor een zoeker naar de Absolute Waarheid absoluut noodzakelijk dat hij zich overgeeft aan de Guru. Er bestaat echter een categorie filosofen die meent dat het op wetenschappelijke wijze mogelijk moet zijn om van binnenuit tot hogere geestelijke kennis te komen. Deze mensen zijn in het geheel niet op de hoogte van de meest essentiële van de aard van de absolute Kennis, namelijk dat Hij alleen het Allerhoogste Subject is en dat het andere, waaronder wijzelf, alleen object is van zijn alziende blik. Het oog kan de geest niet zien; het kan een relatie onderhouden met de geest, maar alleen als de geest dat wil.
Op soortgelijke wijze is onze relatie met de Allerhoogste Kennis slechts afhankelijk van Zijn zoete wil. We moeten ons geheel en al afhankelijk stellen van Zijn vertegenwoordiger, oftewel de geestelijk leraar, door wie hij zich graag kenbaar maakt."